Zand, nr.7

Lieve vrienden en familie,

Ik ben terug! En toch nog op reis..

Ik had niet gedacht dat ik ooit nog eens heimwee zou krijgen naar Cairo, maar het onmogelijke is gebeurt.

Even dreigde het Dakhla-oasis-project niet door te gaan, toen ik zaterdag om vijf uur ’s ochtends wakker werd en half slaapdronken naar de badkamer strompelde om even lekker over te geven. ’s Middags om twee uur was het laatste restje eten toch echt uit mijn maag en werd ik beetje bij beetje iets beter, maar toch ben ik de hele dag mijn bed niet uit gekomen. Met het vooruitzicht de volgende dag zeven uur in de bus te moeten zitten dacht ik in eerste instantie die hel even aan me voorbij te laten gaan. Gelukkig was er een tweede mogelijkheid, namelijk maandag met Peter (een reisbegleider en werkend bij het instituut) in een keer naar Dakhla rijden (12 uur achtereen(!)).

Alhamdu lillah is het niet zo ver gekomen, want na heel veel slaap kon ik zondag toch opstaan zonder dat het zweet me uitbrak. Gehaast gooide ik mijn spullen in mijn koffer en haastte Anna-Maria en ik ons het appartement uit, op reis! De bus was gelukkig erg comfortabel en er was ruimte voor iedereen om twee stoelen voor zichzelf te hebben, dus heb ik ook nog eens enigszins heerlijk kunnen dutten (wat een woord, maar toch heel toepasselijk).

De eerste avond overnachtte we in FarAfra (!), het hotel was verrassend luxe, er was een prachtig zwembad en ieder koppel had een eigen bungalowtje. Anna en ik wilde meteen na de zweterige bus in het zwembad springen, maar toen we omgekleed en wel bij het zwembad kwamen bleek het ijswater te zijn (verrassend aangezien de zon de hele dag lekker had geschenen en we in de woestijn waren). Aangezien we daarna nog naar een warmwaterbron gingen besloten Anna en ik maar even te passeren op het ijswater.

Bij een warmwaterbron midden in een van de zeldzame oasis in de witte woestijn denk (dacht) ik aan wuivende palmen kwetterende vogels en halfnaakte godinnen/goden in witte gewaden zich wassend met rozenwater terwijl alles geurt naar kamperfoelie. Dat is dus niet waar. Toen we met de bus aankwamen zag ik een soort uit de kluiten gewassen waterafvoer en dacht ik: “Ha, gaaf, zoveel water hebben ze dus in de woestijn, even een foto maken, dat is wel een contrast, leuk om aan de mensen thuis te laten zien. Waar zouden ze dit water eigenlijk voor gebruiken? Zou dit deel uitmaken van het Egyptische irrigatiesysteem of is het misschien gewoon de riolering van het dorp? Hé.. waarom stoppen we eigenlijk, zou er een wegversperring zijn? Hé.. Koen (begleider/leraar) staat op en pakt zijn spullen, zijn we er dan? Misschien moeten we nog een stukje lopen om er te komen, of is het misschien aan de anderen kant waar ik het niet kan zien? Oooh… Shit.. volgens mij is Dit het!” En ja hoor, dit was het. Maar ik moet toegeven, na ik over de eerste schok heen was en ik had besloten om toch het naar mest stinkende water in te gaan, was het water heerlijk warm. Ik moest mijn idee van een oase alleen wel voor eeuwig bijstellen; stinkend water vanwege de zwavel, vieze sliertjes in het water waar ik nog niet helemaal van weet waar ze vandaan kwamen en heel veel muggen.

Maandag zijn we naar een museum gegaan van een lokale kunstenaar, nogal een zweverig typ, maar wel verbazingwekkend om in die dorre droogte en armoede van de woestijn iemand te vinden die zich met zo iets niet primairs bezig houd als boetseren. De kunst was niet echt indrukwekkend, maar hij had zijn eigen huis gebouwd in de traditionele Arabische woestijn stijl wat wel erg interessant was. Hierna reden we door naar onze eindbestemming Moet in de Dakhla-Oase. Het leek in eerste instantie alsof dit dorp iets meer leven had als Farafra, maar helaas viel dat tegen. Het hotel was ook niet meer wat het in Farafra was geweest, maar uiteindelijk hebben Anna en ik wel prima op de doorgezakte matrassen geslapen. ’s Avonds kregen we een kleine rondleiding die begon naast het hotel, hier bevonden zich namelijk Open Graven! Maar maakt u zich geen zorgen, het laatste lijk was van zo’n 40 jaar geleden, dus niks aan het handje… Ik vond het toch nogal verontrustend dat er naast mijn bed een graf was waar ik zo in kon kijken en de skeletten kon zien liggen. Dat terzijde liepen we snel door, omdat het donker begon te worden en men dan geen hand meer voor ogen kon zien. We liepen op dat moment namelijk door een echte volksbuurt waar elektriciteit nog niet helemaal was doorgedrongen. Ik vond dat wel een heel gek moment, aan de ene kant een prachtige zonsondergang met een diepblauwe lucht en pittoreske huisjes, en aan de andere kant overal afval en stank en huizen en mensen waar je duidelijk aan kon zien dat ze in grote armoede leefde. We eindigden op een berg top waarvan we een fantastisch uitzicht hadden over de zwak verlichtte stad met nog net een zichtbare zwarte woestijn op de achtergrond en een knallende lucht erboven. ’s Avonds gingen we met zijn alle nog even het dorpje in en vonden we een zeldzaam cafeetje waar bier werd geschonken! Er wordt hier in Egypte Stella bier gedronken, dat is Egyptisch bier dat mede mogelijk wordt gemaakt door Heineken. Dat is niet iets waar we trots op mogen zijn, het is smerig bier waar je een nare kater van krijgt (zelfs na maar één biertje).

Dinsdag brachten we een groot deel van de ochtend door ik een historisch dorp dichtbij Moet. Ik zou hier allemaal bijzonderheden over moeten kunnen vertellen, maar helaas.. het is niet blijven plakken, dus hier laat ik het bij. Die middag wilde ik met een paar mede Amsterdammers wel weer even in zo´n warmwaterbron ronddobberen. Volgens de lonley planet was er een heerlijk badje ergens in de buurt en de hoteleigenaar vertelde dat het ± een kwartier lopen zou zijn. Dus vol goede moed, met mijn bikini aan en mijn luchtige zomerschoentjes (het was eindelijk warm), trokken we er op uit. Helaas namen we bij het tahrirplein (blijkbaar heeft elk gehuchtje in Egypte zo’n historisch plein) een verkeerde afslag en eer we terug waren, waren we een ruwe 35 minuten verder. Nu dan, de goede afslag, maar er werden geruchten verspreid dat het nog 5 km zou zijn. Maarja, wie waren wij om onze hotelbaas in twijfel te trekken en we waren nog halfvol goede moed. Helaas, het mocht niet baten, we kwamen bij het badje aan na ongeveer anderhalf uur lopen. Het was ondertussen niet meer zo warm en zeker met het vooruitzicht op de terugweg, vond ik dat ik maar eens heel erg moest gaan genieten van dit warme water. Toen we het zwembad zagen moesten we wel even slikken. Want buiten dat het heel groot was, was het water wel erg donkerbruin. Het warme water en de gewichtloosheid gaven me gelukkig hernieuwde kracht voor de terugtocht. Maar het noodlot had nog meer voor mij in petto, want plotseling zag ik in het donker op de terugweg een vreemd silhouet op de grond. Ik kon mijzelf er nog net van weerhouden er niet met mijn sandaaltjes op te gaan staan en god zij gedankt, wat het was een schorpioen! Dat was wel even bijzonder en op dat moment leek Nederland wel heel ver weg. Geen zorgen, daarna heb ik heerlijk gegeten en dat was dat.

Woensdag hebben we een dorpje bezocht, alQasr. Hier heeft meneer Leemhuis (hihi) een project gestart om het dorp weer in oude staat te herstellen door de (leem)huisjes te restaureren. Het zijn vooral huisjes uit de Ottomaanse periode en het was net alsof we er echt waren. Een aanrader dus voor iedereen die nog eens in de buurt is...

Die avond gingen we weer naar een warmwaterbron, veel meer was er duidelijk niet te doen. Maar deze was wel heel bijzonder, er kwamen namelijk belletjes uit het binnenste van de bron. Waar deze belletjes omhoog kwamen was een soort zwevend zand bij je voeten dat daar bleef zweven en waar je een soort van doorheen kon watertrappelen. Je werd vanuit het midden naar boven geduwd en als je net aan de rand stond was er drijfzand dat je naar beneden sleurde, om je vervolgens dus weer omhoog te duwen. Hmm.. dit is een beetje een vaag verhaal maar het komt er op neer dat ik twee en een half uur in het water heb liggen rimpelen, dus het was heerlijk.

Zover dan voor de hoogtepunten van de reis. Nu weer het gewone leven.

Anna’s vriend is vrijdagavond aangekomen, dus in eerste instantie keek ik nogal op tegen deze week. Ik zag mezelf al in me uppie zitten nog bewuster van al mijn fantastische mensen die er niet waren. Maar gelukkig, het valt alles mee. Ik vind het eigenlijk best heerlijk om weer eens wat in mijn eentje te doen. Helaas heb ik wel moeten ontdekken dat Egypte toch wel lastig kan zijn als vrouw alleen.

Zo was ik vrijdagavond nog even naar Tjebbe, Vladimir en Jan-Willem gegaan, zij zijn ook van de UvA en we kunnen het goed met elkaar vinden. Ik zou nog even een biertje bij hun gaan drinken. In Egypte hebben alle gebouwen een bawaab, dat is een soort conciërge die alles voor de bewoners regelt en checkt wie er in en uit het gebouw gaan. Hij vroeg mij dus bij binnenkomst wie ik was, waar ik naar toe ging en waar ik vandaan kwam, prima. Maar toen ik om kwart over twee weer naar huis ging en ik aankwam in de hal vroeg deze man me: “Are you finished? Yes? Are you finished?” Het duurde even voordat het doordrong wat hij bedoelde, maar hij dacht dus dat ik een hoer was. Daarna was de lol er wel een beetje van af, er is dus blijkbaar geen andere reden voor vrouwen om ’s nachts alleen over straat te gaan dan dat ze klanten bezoekt. Wat mij ook zo verbaasde was dat deze man het zo van zelfsprekend vroeg, het was niet als belediging bedoelt, maar gewoon als feit, met daarbij nog een beetje geile gretigheid. Ik voel me verder niet onveilig ofzo, maken jullie je geen zorgen, maar ik ben gewoon geschokt nu ik besef wat het is om als minder te worden beschouwd. Mannen vinden zich hier niet beter, ze zijn beter. Ik heb gewoon minder rechten en verdien minder respect. Nu ik me dit heb gerealiseerd valt het me ook in veel alledaagsere dingen op, zoals bij een cafeetje; de obers vragen niet aan mij wat ik wil drinken, maar kijken naar de man die bij mij is, hij is immers de baas. Misschien dat ik op dit moment een beetje pessimistisch klink en er zijn zeker andere kanten aan dit onderwerp, maar op dit moment ben ik nog even te verbaasd. Daarbij komt nog een ander verhaal. Ik had besloten zaterdag een Cd-speler te gaan zoeken, ik miste het enorm om mijn muziek te kunnen luisteren. Dus stapte ik in een taxi en vroeg de man me naar ergens te brengen waar ik Cd-spelers kon vinden. Lang verhaal kort is dat we aan de praat raakte en hij mij aanbood me te helpen en uiteindelijk nogal opdringerig werd. Er is niets erg gebeurt, maar ik hield er wel een nare nasmaak aan over. Al met al geen goed mannen weekend dus. Gelukkig komt Eric binnenkort om mijn vertrouwen in mannen weer een beetje te herstellen.

Poehpoeh, iets te lang naar mijn smaak, volgende keer korter.

Veel liefs

Fien

Cairo, het 6e verhaal

Lieve vrienden en familie,

Ik zal maar even met het grote nieuws beginnen; ik ben getrouwd! Afgelopen donderdag was er een ongelofelijk intieme bruiloft, waar alleen ik bij aanwezig was. Ik heb nu een subtiele zilveren trouwring aan mijn rechterhand en kan iedereen trots vertellen dat ik getrouwd ben. Oke.. alle gekheid op een stokje, zo drastisch is het allemaal niet. Ik heb alleen voor het gemak voor Eric en mij een trouwring gekocht, indien de huisbaas bezwaar zou maken als hij langs komt. Buiten dat is het natuurlijk ook een leuke mannen-afschrikker.

Voor het andere grote nieuws; ik ga komende zondag voor een weekje op reis. Ik merk gewoon dat ik er gestrest ben en het zal me denk ik heel veel goed doen om even uit te waaien en even uit de dagelijkse sleur te stappen! Maar nee hoor, het wordt een hele intense en informatieve woestijnreis. We gaan met de studenten voor een weekje naar de Dakhla oasis. Het ligt midden in de Westerse Woestijn dat deel uitmaakt van de Libische Woestijn en bevind zich zo ongeveer midden in Egypte. We vertrekken zondag ochtend vroeg omdat het een busreis is van twaalf uur. Gelukkig delen we de reis wel op in twee stukken, zo zijn we niet helemaal uitgeput en sacherijnig als we aankomen en zien we nog iets meer van de Woestijn dan alleen Dakhla. Ik kan jullie er nu nog niet zo heel veel meer over vertellen, maar dat zal vast zijn veranderd als ik terug ben.

Verder wilde ik jullie vertellen over mijn lessen hier. Het programma is echt geweldig, we hebben lekker veel en intensief les en er worden hoge eisen aan ons gesteld (wat bloedirritant is, maar wel werkt). Ik zou graag zeggen dat ik met sprongen vooruit ga, maar daar heb ik nog een beetje kort les voor.

Zondag beginnen we met een vak Egyptisch, we hebben dit vak drie keer in de week van een andere leraar waardoor het telkens weer anders is, op zondag beginnen we met Koen. Koen is een jonge Belg, die ook mee zal gaan op de aanstaande reis. Met hem herhalen we soms grammatica en zijn specialisatie is Arabische film, dus kijken we stukjes film die we moeten analyseren. Dit is voor zondag onze enige les, waardoor we al om elf uur vrij zijn en we dan nog lekker kunnen verder slapen.

Maandag hebben we twee vakken, luisteren en schrijven. We beginnen met schrijven van Farida, ze is een echte Arabische vrouw. Ze is in Nederland opgegroeid en spreek daarom ook Nederlands, wat iedereen hier erg kan waarderen. Het vak schrijven gaat erom dat we de fijnere kneepjes van het Arabisch onder de knie krijgen, we krijgen dus grammatica en veel huiswerk, helaas. Het zou een heel saai vak kunnen zijn, maar Farida is zo leuk dat het toch boeiend blijft. Daarna krijgen we luisteren van Khawla, een hulpvol, maar erg saai vak. Het doe voor dit vak is dat we dingen kunnen volgen die in het standaard Arabisch worden gesproken, niet in de omgangstaal en dan met name het nieuws. Voor dit vak moeten we proberen vaak het nieuws te volgen (in sha Allah gaan Anna en ik daar na de reis mee beginnen). Tijdens de les luisteren naar televisie fragmenten en wordt ons geleerd hoe we zo snel mogelijk zo veel mogelijk kunnen begrijpen. Het is dus een heel nuttig vak, maar als je tijdens een les tien keer naar hetzelfde televisiefragment moet luisteren, heb je het op een gegeven moment wel gehad.

Dinsdag hebben we media en Egyptisch. We beginnen met het vak media, dat we ook van Farida krijgen. Dit is een ontzettend leuk vak, maar ook het allleeeeer zwaarste. Het doel van media is dat we de krant kunnen lezen en dat we leren welke nieuwsbronnen er zijn (wat voor een soort kranten een overheidskrant of een revolutiekrant of een Slavistische krant enz.). We moeten voor dit vak eigenlijk elke dag de voorpagina van een krant proberen te lezen (in sha Allah gaan Anna en ik daar na de reis mee beginnen). Bij dit vak behandelen we dus de actuele gebeurtenissen in Egypte, vooral de eerste lessen heeft Farida ons veel over de revolutie verteld en hoe dat in Egypte is gegaan. Ik moet zeggen dat de Egyptische revolutie in het Nederlandse nieuws toch wel heel wat gezelliger klonk dan dat de Egyptenaren het hier hebben beleefd. We hebben het sowieso tijdens onze lessen erg veel over de revolutie, dat is nou eenmaal veruit het grootste nieuws, en iedereen heeft ermee te maken en er iets over te zeggen. Informatie over de revolutie is iets wat ik in mijn onderwijs in Amsterdam wel heb gemist, dus ik ben blij nu goed op te hoogte te zijn. Later hebben we Egyptisch les van Adil, hij is een grote schreeuwende Arabier, die meestal nogal intimiderend is, maar wel ook heel gezellig is en die het beste met ons voor heeft. En bij toeval is hij ook de echtgenoot van Farida. Tijdens deze les praten we vooral veel, zo laat hij ons bijvoorbeeld filmpjes zien van Ustaz Foel (meneer boon → Mister Bean) die we vervolgens gaan bespreken.

Op woensdag hebben we Egyptisch van Khawla en literatuur van Adil. Bij Egyptisch bespreken we altijd eerst een actueel onderwerp in Egypte, zoals de economie of het onderwijs of de moslims versus de kopten. Het is de bedoeling dat iedereen een van deze onderwerpen een keer voorbereidt om het te kunnen presenteren en daarna moeten de andere studenten erover discussiëren. Helaas staat onze klas er om bekend niet zo spraakzaam te zijn en zijn de discussies nogal flauwtjes, ik moet wel zeggen dat het discussiëren over een onderwerp als economie in het Egyptisch nog niet zo makkelijk is. Bij literatuur leert Adil ons leesstrategieën, manieren om zo snel mogelijk en met een zo klein mogelijke woordenschat een tekst te begrijpen. Hierna is onze les week voorbij.

Donderdag hebben we nog wel een vak, maar dat is zo leuk dat het eigenlijk geen vak mag heten, capita selecta. Bij dit vak gaan we elke week de stad in en bezoeken we een bijzondere plek waar we een rondleiding krijgen. Afgelopen donderdag zijn we naar Islamitisch Cairo geweest om allemaal moskeeën te bezoeken. Vooral de Ibn Tuluun moskee heeft een enorme indruk op me gemaakt. Onze komende studiereis is ook vanuit dit vak georganiseerd.

Dit was het dan voor de algemene informatie, zo besteed ik mijn week. Jullie al het goeds toegewenst, ik denk veel aan iedereen.

Liefs Fien

Cairo-verhaal 5

Lieve vrienden en familie,

Een paar dagen later dan ik had gehoopt, maar hier is mijn update!

Ik heb het gek genoeg razend druk, wat ik zelf niet had gedacht op een plek waar ik in eerste instantie vrijwel niemand kende. Maar.. het is zo. Ik kan me voorstellen dat jullie nu razend benieuwd zijn naar wat ik de hele dag dan uitvoer, dus zal ik jullie over mijn dagelijkse, Egyptische beslommeringen vertellen:

Op zondag begint de eerste lesdag om negen uur ’s ochtends, net als alle andere dagen. En voor mij is dat best pittig aangezien ik eindelijk gewend was geraakt aan het verslavende ritme van elke dag om ongeveer tien uur opstaan, met uitzondering van het weekend wanneer ik tot half een (of later) ik mijn bed bleef stinken. Dat is dus verleden tijd. Om tien over acht gaat mijn wekker voor de allerlaatste keer en moet ik mijzelf echt uit bed hijsen. Meestal moet ik dan eerst nog even bij Anna-Maria langs omdat haar wekker gek genoeg elke ochtend niet lijkt af te gaan! Vervolgens kleed ik me aan en eet ik een boterham (die hebben ze hier en best lekker ook!) met jam en hagelslag en om kwart voor negen vertrekken we en lopen we naar school. Er zit hier op elke straathoek en voor elke deur een soldaat/bewaker met indrukwekkende zwarte laarzen en grote geweren en elke dag lopen Anna en ik erlangs en sissen ze ons vrolijk na. Wat dat betreft is het leven hier lekker consistent.

Dan komen we aan op college, meestal vijf minuten te laat, want wat de leraren aan het begin van dit semester ook hebben gezegd de colleges beginnen hier standaard een (Arabisch) kwartier te laat. Na ongeveer driekwartier les hebben we een korte pauze waarin we de gelegenheid krijgen de smerigste koffie ter wereld te drinken, namelijk Nescafé oploskoffie. En dan gaat de les door tot elf uur waarna we een half uur pauze hebben waarin we meestal broodjes halen op de hoek. Het is een soort Arabisch snackbarretje waar ze de lekkerste broodjes met ful en tamiyya (bonen en falafel) verkopen voor minder dan 25 cent per stuk. Vervolgens hebben we de tweede les van de dag tot ongeveer half twee en dan lopen we weer terug naar huis.

Soms zijn we doodop van de lesdag of van het te laat naar bed gaan en gaan we nog even slapen. Soms gaan we eerst even boodschappen doen of skypen, en heel soms beginnen we meteen met ons huiswerk. Helaas moet ik toegeven dan Anna-Maria en ik er een beetje een handje van hebben om te laat te beginnen met ons huiswerk en zitten we om twaalf uur ’s avonds koortsachtig woorden op te zoeken en artikelen te vertalen. Verder is er een onuitputtelijke bron van culturele tripjes in Egypte, dus als we zin hebben gaan we nog naar een museum, of een park, of een marktje waar we van hebben gehoord of weet ik wat er allemaal nog in het verschiet ligt. Voor het avondeten hebben we helaas nog geen geoliede routine. Ik moet toegeven dat Anna en ik misschien iets te weinig aan koken doen en iets te veel aan lekkere Egyptische specialiteiten kopen of slaatjes met noodles eten. Maar in sha Allah zal dat allemaal wel goed komen. Als we eten, eten we meestal pas rond een uur of negen half tien, want we willen ons graag zoveel mogelijk aanpassen aan het Arabische ritme en op een of andere manier haalt Cairo dat ook automatisch in je naar boven.

Na het eten hebben we meestal nog een afspraak om met studiegenootjes of beginnende vriendschappen iets te gaan drinken, of shisha te roken, of zelfs te gaan dansen! Cairo is gelukkig groot genoeg om elke avond ergens anders te zitten, maar ondanks dat hebben Anna en ik onderhand toch favoriete plekjes. Als we geen afspraken hebben blijven we lekker thuis en kijken we Friends-afleveringen of vermaken we ons op een andere manier. En zo gaan de dagen aan de ene kant heel snel aangezien ik altijd bezig ben, maar aan de andere kant duren de dagen eindeloos, juist omdat we zoveel doen. Voor nu vind ik het heerlijk om zo druk te zijn, zo is er minder tijd om het fantastische Nederland te missen, maar ik denk dat ik binnenkort toch ook wel wat meer slaap zal waarderen. We zullen zien wanneer dat gebeurt…

Ik kan me voorstellen dat dit allemaal nogal fantastisch klinkt, maar ik moet jullie waarschuwen, Egypte is geen makkelijk land. Ik zal jullie een aantal voorvallen van de afgelopen week vertellen.

Ons grootste irritatie punt tot nu toe was het internet regelen. Sinds afgelopen maandag hebben we internet, maar daar is een enorm gedoe aan vooraf gegaan. Ik zal hier nu niet al te diep op ingaan aangezien ik het verhaal al eindeloos vaak heb verteld, en het verhaal voor anderen heel wat minder interessant is dan ik dacht. Het komt er uiteindelijk op neer dat Anna en ik zeven keer naar het kantoor van TE-Data (mijd deze internet provider te allen tijde!) zijn gegaan wat ons elke keer minstens twee uur kostte, dat we drie keer met de niet zo behulpzame helpdesk hebben gebeld voor iedere keer ± een half uur en dat we het dus drie weken zonder internet hebben moeten doen, wat vervelender is dan het klinkt.. Gelukkig is dat nu allemaal verleden tijd en kunnen Anna-Maria en ik nu naar hartenlust skypen, emailen, blogs plaatsen en naar desperate housewives kijken.

Ten tweede is Egypte niet een van de schonere landen waar ik ben geweest en wordt vooral Cairo geteisterd door ongedierte. Zo vonden Anna en ik zondagochtend de eerste kakkerlak in ons appartement. Ik, als stereotiep Randstadmeisje, begon te gillen naar Anna dat ze hem moest weghalen waarop zij mij gillend terugschreeuwde dat ik het zelf moest doen. Nadat dit gegil voor een kwartier was doorgegaan en de kakkerlak nog steeds voor dood op de grond lag, besloten we dat Anna de kakkerlak op het blik (van het stoffer en blik) zou schuiven met een bezem en dat ik hem vervolgens het keukenraam uit zou kieperen, naar de hond die daar zijn hok heeft, in de hoop dat hij hem zou opeten. Maar op het moment dat Anna hem met de bezem raakte begon de eerst dode kakkerlak opeens te bewegen en volgde er weer een kwartier van gegil totdat we weer moed hadden verzameld deze kakkerlak het huis uit te krijgen. Toen het eindelijk gebeurd was gingen we alsnog naar college, waarvan we onderhand de eerste helft hadden gemist, toch trots dat we dit gore klusje hadden geklaard! Van onze docent kregen we de gouden tip om een volgende keer de kakkerlak te besprayen met een mengsel van zeepsop en water, omdat de ademnapjes (bah!) op zijn buik dan verstoppen waardoor hij niet meer kan ademen en hij sterft. Helaas moesten we die avond deze tip al uitproberen toen er een babykakkerlakje in de badkuip zat, maar tot mijn grote opluchting werkte het wel fantastisch. Helaas had de docent ook slecht nieuws voor ons, namelijk dat er naarmate het warmer wordt er alleen maar meer kakkerlakken zullen komen, en dat sommige van hun kunnen vliegen en dan nog wel eens de neiging hebben om tegen je aan te vliegen. Oehoehoe.. de rillingen lopen alleen al over mijn rug nu ik erover schrijf.

Ik wilde jullie ook nog graag schijven over de vakken die ik volg, maar ik denk dat jullie eerst even een pauze hebben verdiend, en dat ik dat voor volgende keer bewaar.

Lieve leuten, ik hoop dat mijn verhalen nog niet vervelen. Ik schrijf gauw weer.

Groeten

Fien

Opgelet!

Lieve vrienden en familie,

Opgelet!

Ik vind het fantastisch geweldig en ik word er helemaal warm van dat sommige van jullie mij kaatjes sturen, maar het komt niet aan! Ik vind het echt vreselijk, maar pappie en mammie en mijn opa en oma hebben me meer dan twee weken geleden al een brief gestuurd en die komen niet aan. Ik ga er dus vanuit dat het toch te ingewikkeld is voor de Egyptische post mensen om mijn post te bezorgen. Maar er is gelukkig wel een oplossing, jullie kunnen eventuele hartverwarmende brieven sturen naar het instituut waar ik les heb. Dat adres is:

Netherlands-Flemish Institute in Cairo

t.a.v. Fien Hebly

1, Dr Mahmoud Azmi Street

P.O. Box 50 - Zamalek 11211 - Cairo

Voor iedereen die al iets had gestuurd spijt het me dus heel erg, maar ik zal jullie post dus hoogstwaarschijnlijk niet ontvangen.

Verder gaat het goed met me, ik begin langzamerhand mijn draai een beetje te vinden in Cairo. Het is al iets minder overdonderend. Wat ik wel heel jammer vind is dat ik nog geen internet heb, waardoor ik dus elke keer gedwongen wordt om naar een café te gaan om jullie op de hoogte te houden, maar dat doe ik graag hoor!

Binnenkort een langer verhaal, maar voor nu is het laat en moet ik gaan slapen. Morgen (zondag) is weer mijn eerste lesdag, dus ik moet op tijd naar bed..

Vele zoenen van Fien

Cairo-verhaal 3

Lieve familie en vrienden,

Ik ben hier nu 13 dagen, die voelen als 13 maanden. Elke dag is een avontuur waarin ik nog niet helemaal mezelf een plek heb kunnen geven. Mensen vragen wat ik nu van Cairo vind, maar die vraag is voor mij nog niet te benantwoorden. Ik weet nog niet precies hoe ik me moet gedragen, wie mijn vrienden zijn en wie niet, waar ik moet gaan voor een avondje uit, wat lekker Egyptisch eten is, welk nieuws ik moet volgen en zelfs wat er in Cairo gebeurt. Maar al deze dingen houden het interessant. Ik heb er geen moeite mee me nog zo ontwetend te voelen, het maakt me alleen maar enthousiaster om de straat op te gaan, mensen te spreken en lekker te eten. Ik vind het trouwens een wonder dat ik nog geen darmklachten heb, god zij geprezen!

Dat gezegd, heb ik wel mijn eerste Egyptische verwonding opgelopen. Helaas niet in een bloedstollend verhaal waarbij ik in een gevecht met het leger over straat rolde en ter nauwer nood aan de dood ben ontsnapt met alleen een stel gekneusde ribben. Maar toch is het een spannend verhaal.

Ik ben gisteren met Anna-Maria en een studiegenootje Anouk naar een manege gegaan waar ze Arabieren (de paarden) fokken en woestijntochten maken. We waren aan dit adres gekomen omdat een van de eigenaren Nederlandse is en ook Arabisch had gestudeerd aan hetzelfde instituut als wij, Hylke. Het was een heerlijke plek op een laatste randje groen waarna de woestijn begon. We kwamen om een uur of twaalf aan en kregen eerst een rondleiding over het terrein van de Laila Oasis Arabians (een aanrader voor ieder die nog eens in woestijn rond de piramides wil rijden). De meeste paardenstallen in Egypte, en vooral die rond de piramides, staan bekend om hun slechte paarden. Het was daarom erg bijzonder om deze goed onderhouden volbloed paarden te zien en de manege eromheen. Vervolgens gingen we een woestijn rit maken. Anna-Maria en Anouk hadden allebei nog nooit gereden en gingen daarom op de merries, wat heel goed ging. Omdat ik rijervaring heb en er nog een hengst moest worden gereden mocht ik op ‘Tag’. Hij was een Egyptisch Arabische volbloed hengst, die het neusje van de zalm schijnen te zijn. In Egypte is er een grote Arabieren fokwereld, en er zijn ook allemaal regels aan het fokken en verkopen hiervan. Er is zelfs een ministerie voor volbloed Arabieren. Dit is nodig omdat ze erg veel waard zijn en men fraude wil voorkomen. Als er een nieuwe volbloed wordt geboren moet de eigenaar met de papieren van de ouders en een haar van het veulen naar het ministerie, zodat de papieren geverifieerd kunnen worden en het DNA getest kan worden. Als alles in orde is komt er een ambtenaar naar het veulen en merkt hem, wat voor de rest van zijn leven het bewijs van zijn status zal zijn en een identiteitskenmerk in het geval dat hij gestolen wordt. Mijn Tag had dus zo’n merk in zijn nek staan, en na dit allemaal gehoord te hebben kon ik natuurlijk de kans niet voorbij laten gaan om op zo’n straight Egyptian Arabian stallion (oegh, wat klinkt dat stoer) te rijden.

Er waren nogal wat regels aan verbonden, ik moest namelijk uit de buurt blijven van de merries en ook niet te dicht bij de hengsten komen, aangezien ze nogal wat temperament bezitten. Ook moest ik zo min mogelijk met het bit (in de mond van het paard) werken en hem zoveel mogelijk met mijn zit sturen. Dus daar ging ik, voor het eerst op een hengst, voor het eerst op een Arabier, voor het eerst de woestijn in en voor het eerst de piramides zien. Ik ging voorop en was vrij zenuwachtig, maar probeerde mijn hoofd koel te houden en te doen alsof ik alles onder controle had terwijl ik eigenlijk uit het zadel glibberde van angstzweet. Zodra we de woestijn in stapte was mijn Tag een en al enthousiasme en ik een en al zenuwen, hij ging steeds harder en harder, maar ik durfde niet te veel aan de teugels te trekken, bang om hem kwaad te maken. Uiteindelijk waren we ik volle galop en sprintte ik rondjes om de rest, bij gebrek aan een beter idee. Om mezelf enige houvast te geven klemde ik mijn benen tegen hem aan wat hem alleen maar meer aanspoorde, totdat ik in rengalop mijn evenwicht verloor en zijlings in het zand werd gesmeten. Dat was het, daar lag ik, nog geen vijf minuten op een hengst, zandhappend. Ik voelde me vooral voor aap staan, maar had verder alleen een beetje last van de schrik en een kleine steek in mijn ribben. De hengst werd gevangen en ik ben er met knikkende knieën weer opgeklommen, vastbesloten me niet nog eens te laten vernederen. Gelukkig waas daar Claude, de paarden- en woestijnkenner die de taak op zich nam mij te begeleiden en Tag en mij een beetje te kalmeren. Langzaam aan ging het steeds beter en kon ik zelfs momenten ontspannen. De omgeving was schitterend, voor ons waren piramides (iets kleiner en meer vervallen dan de piramides van Gizeh) links de groene Oase en woonwijk Maa?di, achter in de verte de piramides van Gizeh en rechts de uitgestrekte zandduinen van de woestijn. Gelukkig heb ik hier wel iets van mee gekregen terwijl ik mijn hengst in toom probeerde te houden.

Het laatste kwartier van de rit begon de adrenaline van de val een beetje uit te werken en kreeg ik steeds meer last van mijn ribben. Helaas trok Tag zich hier niets van aan en bleef hij mijn kracht op de proef stellen tot ik op het eind het niet meer hield en Claude mijn paard aan de teugels moest nemen en ik alleen nog maar kermend over het paard kon hangen. Ik heb me van Tag af laten glijden en ben naar een stoel begeleidt. Iedereen was erg behulpzaam en nadat ik met een crème was ingesmeerd en met een pakje vruchtensap op een luie stoel in de zon zat begon de pijn gelukkig te zakken. De rest van de dag hebben we daar zitten relaxen en om half zeven (!) hebben we heerlijk Egyptisch geluncht. Daarna hebben we ons aan het kampvuur gewarmd en met thee en shisjha zitten kletsen.

Naarmate de avond voorderde werden de berichten van onrust in Cairo steeds heftiger, want helaas zijn er weer protesten uitgebroken na de tragische voetbalwedstrijd van woensdagavond. We moesten dus snel terug voordat het te gevaarlijk zou worden op straat. Maar ik ben bang dat we meer te vrezen hadden van Khalids rijstijl dan van de demonstranten. Gelukkig is er niets vervelends gebeurt en merken Anna-Maria en ik nog steeds eigenlijk niets van de onrust. Het is wel constant op het nieuws, maar onze wijk blijft rustig en wij voelen ons helemaal veilig.

Vannacht heb ik gelukkig goed geslapen en vandaag is de pijn voor een groot deel vermindert, dus het loopt allemaal met een sisser af. Maken jullie je vooral geen zorgen, ik heb het goed en ik vermaak me prima. Soms gaat het gepaard met bittere heimwee, maar dat is maar goed ook, jullie worden gemist!

Ik hou jullie op de hoogte.

Lieve groet,

Fien

Dag 5

Sabag elger lieve mensen,

Dit is pas de vijfde dag en toch lijken er al maanden te zijn verstreken. Anna-Maria en ik zijn net in ons fantastische appartement getrokken en hebben even een pauze genomen van de grote schoonmaak. De Nederlandse uitspraak “als je het doet, doe het dan goed” is aan de Arabieren niet besteed. Het appartement zag er schoon uit, maar toch zijn we al twee dagen bezig met schrobben. Gelukkig loont het wel, ik heb nu een heerlijk queensize bed met Egyptische lakens, een enorm dressoir en glasheldere ramen, hamdu lillah!

Het appartement waar we nu in zitten is echt fantastisch, het is ruim en enigszins stijlvol ingericht en alle benodigdheden zijn aanwezig, maarja hier betalen we dan ook wel de hoofdprijs voor. Het enige wat ons problemen kan geven is de makelaar die ons aan dit appartement heeft geholpen. Hij is in eerste instantie geweldig, aangezien hij ons aan dit appartement heeft geholpen en daar geen commissie voor heeft gevraagd. En om ons nieuwe appartement te vieren heeft hij ons meegenomen naar een echt Egyptisch straatrestaurantje waar we allerlei heerlijkheden hebben gegeten. Hij is mij alleen iets te enthousiast, hij belt ons zo’n twee a drie keer per dag en wil van alles voor ons regelen, ook dingen die van ons eigenlijk niet zo hoeven. Maar we wachten het nog maar even af en hopen dat hij in de loop der tijd een beetje bekoelt richting ons. Misschien typisch Arabisch om in het begin de grote charmeur uit te hangen, op het stalkerige af, om vervolgens gewoon een prima vent te blijken, wie weet. Voor nu gaan Anna-Maria en ik gewoon nog even genieten van ons appartement, voordat zondag de colleges beginnen. Ik kan het alleen nog niet helemaal begrijpen dat ik hier niet alleen ben om vakantie te vieren en het land te ontdekken, maar ook om colleges te volgen en in een alledaagse sleur terecht te komen. De tijd zal me leren.

Heel veel liefs en groeten uit Zamalek,

Ps. Voor optionele lieve kaartjes is mijn adres

Fien Hebly

15 Mohammed elMarashli Street, apartment 10

Zamalek, Caïro, Egypt